Op ieder moment komen er ontelbaar veel zintuiglijke prikkels bij je binnen, maar niet alles kan worden verwerkt en opgeslagen. Daarom ontwikkel je als kind een voorkeur voor één of meerdere modaliteiten, waardoor je in staat bent om informatie te ordenen en te coderen.
Zintuiglijke waarnemingen
Er zijn vijf verschillende modaliteiten, oftewel zintuiglijke waarnemingen. In NLP-jargon wordt de afkorting VAKOG gebruikt. V Visueel - beeld
A Auditief - geluid
K Kinesthetisch - gevoel
O Olfactorisch - reuk
G Gustatief – smaak
Visuele mensen focussen zich het makkelijkst op beelden. Zij zijn in staat om snel een beeld van een situatie op te roepen. Auditief ingestelde mensen horen eerder de geluiden dan dat zij iets zien. Ook de toon waarop iets gezegd wordt is belangrijk voor hen. En er zijn mensen die afgaan op hun gevoel en daar veel waarde aan hechten.
Taalgebruik
Als je goed luistert naar de manier waarop iemand praat, kun je horen voor welke modaliteit hij of zij de voorkeur heeft. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de wijze waarop hij praat over een toekomstige vakantie:
V ‘Ik zie het al helemaal voor me.’
A ‘Dat klinkt erg goed!’
K ‘Ik voel de zon al op mijn gezicht schijnen.’
Herkenning In de NLP-practitioner krijg je ook nog andere handvatten voor het inschatten van de voorkeursmodaliteit van degene met wie je communiceert. Daarmee kun je je woorden aanpassen, waardoor je boodschap beter aankomt. Ook leer je hoe je submodaliteiten, de kleinere bouwstenen van de modaliteiten, kunt beïnvloeden. Daarmee sta je aan het roer van een goed gesprek.