De logische niveaus - Model (Engelstalige term: Logical Levels) is een model dat de organisatie van organismen beschrijft. Oorspronkelijk werd de term Logical Types voor het eerst gehanteerd door Whitehead en Russell (Principia Mathematica, 1910) met betrekking tot het formuleren van basisprincipes voor de Logica. Gregory Bateson ( Steps to an Ecology of Mind, 1972) baseerde zich o.a. op hun studie om zijn theorie van Logical Types te ontwikkelen met betrekking tot het werken met pathologische fenomenen. Robert Dilts gaf het model de vorm die we zullen verkennen.
Binnen het kader van de Practitioners opleiding gaan we enkel in op de theorie van de logische niveaus. In de Master Practitioners opleiding zullen we concrete toepassingen verkennen. We zijn van mening dat de theorie van de logische niveaus enkele belangrijke inzichten zal toevoegen aan het leerproces van NLP en we zijn er eveneens van overtuigd dat vele studenten vanuit deze cognitieve invalshoek op een totaal andere manier naarorganisaties, naar zichzelf en naar hun leefwereld zullen kijken. In alle gebieden waarmensen samenleven, kan de werking van logische niveaus waargenomen worden.
Schematisch ziet het model er als volgt uit:
Omgeving
Dit niveau heeft te maken met de externe omgeving om ons heen:. De soort ruimte, inrichting, geluid, voedsel, lucht, etc. De externe stimuli beïnvloeden het gedrag en de toestand van mensen.
De vraag die hierbij hoort is: Waar en met wie?
Gedrag
Dit zijn de activiteiten die mensen ervaren, datgene wat we doen. Activiteiten geven informatie over het gedrag van de mensen ten opzichte van elkaar. De omgeving beïnvloedt het gedrag.
De vraag die hierbij hoort is: wat doe ik, wat is mijn gedrag?
Bekwaamheden / vaardigheden / Capaciteiten
Deze laag betreft de kennis en de vaardigheden. Hoe we doen wat we doen? Het is feitelijk het zo-doe-je-dat dat ons gedrag richting geeft.
De vraag die hierbij hoort is: Hoe doe ik het?
Overtuigingen en Criteria
Dit betreft de waarden en het geloof van een mens. Behalve naar gedrag en vermogen is het belangrijk dat we ons richten naar de vooronderstellingen, overtuigingen en waarden van mensen.
De vraag die hierbij hoort is: Waarvan ben je overtuigd betreffende jezelf en de anderen?
Identiteit
Identiteit betreft het zelfgevoel van mensen en speelt zich af in het hart, de kern van een individu. Het is abstracter dan overtuigingen. Het betreft het diepste niveau van opname van informatie, verantwoordelijkheid van het geleerde en de bereidheid om het geleerde om te zetten in handelen. Het bepaalt feitelijk ons gevoel van onszelf.
De vraag die hierbij hoort is: Welke rol neem ik aan? Wie ben ik?
Missie
Het hoogste niveau binnen dit model. Tevens ook het meest abstracte logische niveau. De missie is groter dan de identiteit van een mens en dus ook groter dan de mens zelf. Het geeft de verbinding aan tussen de persoon en het grotere geheel waarvan hij of zij deel uitmaakt.
De vraag die hierbij hoort is: Wie ben je bedoeld om werkelijk te zijn?